Menu

Lindsen Orgel uit 1861

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Uit het jaarverslag van 2008:

Tijdens een extra bestuursvergadering op zondag 16 juni 2002, ten huize van Hans Groothuijse, heeft het bestuur besloten tot aankoop van een orgel uit 1861, gebouwd door H.R. Lindsen.
Het orgel stond oorspronkelijk in de N.H Kerk van Elst, bij Utrecht.

De heer Cees Hoogendoorn uit Diever heeft het instrument gerestaureerd en ook voorzien van een nieuwe kast. Het staat achter het altaar.

Het orgel werd op tweede Kerstdag 2002 officieel ingespeeld door Cor van Wageningen onder oog en gehoor van een veertigtal gasten, onder wie de bestuursleden, sponsoren en Beschermheer Baron Otto van Verschuer, heer van Ooij en Persingen.

Het orgel is door het College van Burgemeester en Wethouders van Beek-Ubbergen op 24 juni 2004 op de gemeentelijke monumentenlijst geplaatst als beschermd monument.

Het Lindsen orgel.

Het orgel in het Kerkje is afkomstig uit de Nederlands Hervormde Kerk te Elst (Utrecht), waar het in mei 1861 werd geplaatst door de firma Lindsen uit Utrecht. De feestelijke inspeling vond plaats op 2 juni 1861. Over het klinkend resultaat was men zeer tevreden. De oprichter van de firma Lindsen, Henricus Dominicus Lindsen was toen reeds overleden (1794 – 1860). Hij was afkomstig uit Bemmel en bouwde voor de Sint Bartholomeus kerk in Beek-Ubbergen in 1829 zijn eerste orgel dat in 1831/1832 ook door hem werd uitgebreid.

Lindsen vestigde zich in 1831 te Utrecht waar hij gedurende bijna 30 jaar een aantal zeer geslaagde, degelijke orgels bouwde en deze ook in onderhoud had. Hij vervaardigde orgels voor onder meer de Rooms Katholieke kerken te Maarssen (1836), Schalkwijk (1838), Utrecht (Augustinus 1844),  Leiden (Sint Dominicus, 1848) en Sassenheim (1854). Utrecht werd zeer waarschijnlijk door Lindsens zonen J.F.A. en Th.Ch. Lindsen, samen met de meesterknecht Van Het Klooster, geplaatst. Kort daarna werd de firma opgeheven.

Het orgel was gedacht als balustradeorgel en als zodanig heeft het tot na de 2e Wereldoorlog gefunctioneerd. Bij een balustradeorgel is het front met de zogenaamde frontpijpen opgenomen in de balustrade van het orgelbalkon. Het betrof hier overigens een loos front met niet sprekende pijpen, louter als versiering. In 1947 volgde een drastische wijziging.

Met name de niet sprekende frontpijpen werden vervangen door sprekende exemplaren, echter van slechte kwaliteit. De jaren daarna ging het orgel, in technisch opzicht zo sterk achteruit dat in 1967, na een ingewonnen advies bij de Synodale Orgel commissie van de N.H. Kerken, werd besloten tot afdanking en tot de aanschaf van een nieuw orgel. Gelukkig werd het instrument, waarvan het pijpwerk van Lindsen nog grotendeels aanwezig was, niet vernietigd maar het werd in 1970 geschonken aan de organist Cees Hoogendoorn te Elst. Deze herstelde het inwendige van het orgel ,348 pijpen metbehulp van orgelmaker Ide Boogaard. Ook de nog aanwezige windlade werd gerepareerd. De orgelkast werd in 1994 nieuw vervaardigd naar eigen ontwerp vervaardigd door Hoogendoorn. Tractuur, mechaniek en; de windvoorziening werden eveneens vernieuwd.

Het vernieuwde Lindsen-orgel werd als concertorgel opgesteld in de boerderij van de eigenaar, die inmiddels in Appelscha woonde. Bij diens latere verhuizing naar Diever werd het orgel gedemonteerd.

De vaste bespeler van het Lindsenorgel in de Bartholomeuskerk te Beek-Ubbergen, Cor van Wageningen, tipte het bestuur van de Stichting het Kerkje van Persingen over het feit dat Cees Hoogendoorn van plan was om het orgel van de hand te doen. Het bestuur van de stichting onderkende de waarde van het orgel, niet alleen voor het kerkje, maar ook voor de gemeente Ubbergen. De plaatsing van het orgel in het Persingse Kerkje in 2002 is geschied door de fa. Boogaard te Rijssen.

De orgelkast uit 1994, waarvan de frontpijpen eveneens door Ide Boogaard zijn vervaardigd, is gemaakt van Frans eikenhout en heeft een neobarokke vorm.

Het snijwerk is geïnspireerd op het acanthusbladmotief. De registerknoppen zijn gedraaid uit ebbenhout, de labia, klankopening van de frontpijpen zijn belegd met bladgoud.

De pijpen van de oorspronkelijk Prestant 8 discant zijn opgeslagen in het orgel. Het orgel omvat op 1 klavier met aangehangen pedaal een dispositie van 6 registers. De dispositie is als volgt:  Prestant 8 (nieuw,  Fluit 4 Holpijp 8) Octaaf 2Prestant combin4 Mixtuur II-sterk.

Het is niet onmogelijk  dat het orgel ook nog ouder pijpwerk bevat dan van Lindsen c.s. Dit zou nader onderzocht kunnen worden.