Menu

Kerk

Het laat Gotische Kerkje dateert uit 1267 en krijgt rond 1420 haar huidige vorm. De toren, eerst plat, werd toen verhoogd en voorzien van een ranke spits. De dubbele rij “muizentanden” en  galmgaten  wijzen hier op.

De historicus Erik Dolne uit Breda, sterk betrokken bij het Kerkje, heeft, bij de ingebruikname van de historisch herbouwde Gerfkamer of Kosterij, in 1997 een boeiende lezing gehouden.

“Een vingerwijzing van God naar zijn aanwezigheid onder de mensen.”

 

Op een geologische kaart zien we dat de heuvelrug, waarop Persingen ligt, vroeger groter is geweest en liep vanaf Nijmegen door de Ooypolder tot het huidige Duitsland. Het water sloeg soms land weg, maar hoogde ook op. Er waren zeker delen die nooit onderliepen. Men noemt zo’n kleine heuvelrug omringd door water bestaande uit half moerasgebied en moeren, een ING. Op zo’n verhoogde gebied groeien doorgaans bomen en struiken, het was echter te klein voor bewoning. De plek was zeer geschikt voor een heiligdom, zoals onze voorouders die in gebruik hadden. De gehele structuur van Persingen wijst op dit fenomeen. Het is daarom te betreuren dat tijdens de verbouwing, geen gelegenheid is geweest voor archeologisch onderzoek onder de Kerk.

In de loop van de 13e eeuw werd een kapel gebouwd opgedragen aan de H. Dyonisius. In die tijd zal ook het eerste Huys Persingen zijn verschenen. De bebouwing strekte zich uit als een lintbebouwing naar het westen, maar ook oostwaarts richting Thornsestraat. Aan de zuid-oostzijde, waar het water van Het Meer door alle tijden heen steeds de natuurlijke zuidgrens vormde, lag het Huys Persingen. De bloeiperiode van het dorp lag in de 15e eeuw nadat de ringdijk rond de Ooyse polder was gesloten. Er werd een kade aangelegd langs Het Meer. Zoals gezegd in deze periode krijgt het Kerkje zijn huidige vorm.

Tekening Huys persingen

Wij weten tot op de dag van vandaag niet wanneer de kapel van Persingen werd verheven tot parochiekerk. Toch kunnen we uit de historie van de Ooypolder en  andere Kerken opmaken dat de Hertog, al dan niet in overleg met de Thornse – en Keulse Abdij, zich bezig hield met benoemingen en dat was ongebruikelijk bij een Kapel. In 1322 was de tiende penning voor de Kerk bepaald op 10 penningen  en dat is veel als we kijken naar de omliggende gemeenten. We kunnen alleen veronderstellen dat Persingen een Parochie is. Wij weten dat pas zeker als in de Kerk in 1457 een altaar krijgt opgedragen aan de H. Catharina.
De bedienaar was Hermanus zoon van Theodoricus.

Bekende Pastoors zijn:

Wilhelmus De Lucka 14.. – 1479.
Wolterus Gerardi was op 25 augustus 1479, op voordracht van Jacob van Apeltern, Deken van de St. Martinuskerk in Utrecht, door zijn broer Hendrik aangesteld.
Wilhelmus Brouwer van Cuijk van 1549 – 1551.
Wilhelmus van Heumen is de laatste Pastoor in 1551.

kerkje61

Na de rumoerige tijd rond het begin van de Reformatie, waarbij het Kerkje een belangrijke rol speelt, bouwt men in 1847 de Gerfkamer aan. De rol van Johan de Vries is niet bekend maar zijn naam staat wel prominent op de gevelsteen. Daarna volgt een periode van terugval, de Kerk is verworden tot woning. Zeer tot ongenoegen van een visitatie commissie die in 1744 opdraagt de Kerk weer geschikt te maken voor de eredienst. Dit gebeurd pas 2 jaar later. Dan volgt weer een tijd van rust tot de Fransen komen en veel hout uit de Kerk breken voor hun vuren en ook het baarhuisje gaat in vlammen op. De Dominee beklaagd zich dat ook de zilveren avondsmaal-beker is verdwenen.
In 1819 verkoopt  Graaf Otto van Bylandt het Kerkje aan zijn rentmeester A. de Fockert. Deze richt het weer in voor bewoning met opslag. Werd de bebouwing in de eeuwen daarna door overstromingen steeds verder uitgedund, de overstromingen van 1809 en 1820 waren zo omvangrijk dat ze de genadeklap voor het dorp waren. Slechts de allerhoogste gelegen boerderijen bleven gespaard en ook de restanten van Huys Persingen verdwenen.

In een kadastraal minuutplan van 1820 zien we de kern van Persingen als een gehucht, bestaande uit een Kerkje en een drietal boerderijhuizen.

Persingen overstroming 1809

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Rond 1848 werd Gerard Hendrik van der Wedden eigenaar.

boerin 1896

 

 

 

 

 

 

 

Foto Monumentenzorg uit 1896, boerin kijkt naar fotograaf

In 1899 koopt H. Braam timmerman te Beek- Ubbergen de Kerk samen met de naastgelegen Bonte Os. Hij is voornemens de Kerk te slopen en vangt aan met de Gerfkamer. Het puin is afgevoerd via Het Meer naar Dordrecht. Velen verzetten zich daartegen en het is Burgemeester J. Dommer van Polderveld, die met hulp de Kerk koopt in 1907, voor Fl. 500. Een gedenksteen aan de zuidzijde van de toren verwijst hier naar.
Merkwaardig treedt na de redding opnieuw een periode van verval in. In 1926 teistert een enorme overstroming de polder en als vanouds brengt men het vee naar de Kerk.

De oorlog breekt uit. Ga naar 17 september 1944. En  naar De Verkennerskerk.

DSCF2249

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gravure H. K. Arkstee 1733 Print Petrus Mortier Amsterdam. Resten van Huys Persingen in 1806 door de St Jansvloed verdwenen.

2e0d493a1b91dca7b41df83d0d5e2c0724d82ef9

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Foto 1891 Het Kerhof als moestuin, het schip als opslagplaats, het koor twee woningen en een stal. De was hangt over de bessenstruiken te drogen.

Zie ook: Geschiedenis.